Terugblik Regionaal Casemanagersontbijt 2025: van AYA-zorg tot AI, van pro-actieve zorgplanning tot verpleegkundig leiderschap

4 december 2025

Op 20 november vond in het ECC Leiden het OncoWest Casemanagersontbijt plaats: een informatieve ochtend vol nieuwe inzichten, inspirerende ontmoetingen met gelijkgestemden uit de regio en innovatieve ontwikkelingen. Het jaarlijkse ontbijt brengt verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en physician assistants uit de oncologische zorg in de regio samen, en dit jaar waren dat er ruim 50!

 

Tijdens het programma kwamen diverse actuele thema’s aan bod: van de specifieke zorgbehoeften van jongvolwassenen met kanker (AYA’s) en de opkomst van AI in de spreekkamer tot proactieve zorgplanning en de samenwerking met IPSO-centra. Ook gaf het HMC een heldere toelichting op de behandeling van het locally advanced rectumcarcinoom.

Als keynotespreker deelde Kim Verhaegh haar inspirerende visie op verpleegkundig leiderschap, een onderwerp dat een thema dat zichtbaar aansloot bij de deelnemers.

We kijken terug op een zeer geslaagde bijeenkomst en delen hieronder graag een aantal waardevolle inzichten die deze ochtend opleverde.

Hierbij een terugblik op de sprekers:

Marloes Krom, regiomanager van OncoWest vertelde meer over waar we op dit moment staan met OncoWest. Sinds het vorige casemanagersontbijt zijn er afspraken gemaakt tussen de zes ziekenhuizen over de herverdeling van de oncologische zorg voor maag-slokdarm chirurgie en de lokale behandeling van nierkanker. In 2026 gaan we verder met de verdeling in de regio.

Ga naar de presentatie van Marloes


 

Lisette Bauman, maatschappelijk werker in het LUMC vertelde samen met een patiënt die zelf AYA (Adolescent & Young Adults) is meer over de rol van AYA-zorg en de impact van kanker op het leven van jongvolwassenen met kanker. Ondanks dat er in het ErasmusMC en in het LUMC een AYA-kenniscentrum zit, blijkt in de praktijk dat deze groep patiënten nog niet allemaal de leeftijdsspecifieke zorg krijgen die zij nodig hebben. En dat terwijl de impact op het leven van jongvolwassenen, als het gaat om studeren, werken, vruchtbaarheid, relaties en toekomstplannen, erg groot is. De aanwezige AYA gaf als  waardevolle tip voor de casemanagers: “Blijf vooral luisteren naar de patiënt, hoe zit die tegenover je?” Hij benadrukte hoe belangrijk het is om gedurende de behandeling in gesprek te blijven over de impact van de ziekte op hun leven.

Goed om te weten:
Er is een apart MDO specifiek voor AYA-zorg. Wil je hieraan deelnemen? Meld dit dan aan het AYA-team in het LUMC en stuur een mail naar AYAzorg@lumc.nl


 

Petra Kok – Reumatoloog en Chief Medical Information Officer (RdGG) en Co-Director Delft Design Lab Health Journeys (TU Delft),  nam ons mee in de wereld van kunstmatige intelligentie (AI) in de zorg. Tegenwoordig is AI niet meer weg te denken. Hoewel het proces nog volop in ontwikkeling is en zeker nog niet perfect, biedt het nu al kansen. De kernboodschap was duidelijk: “Technologie biedt kansen om de menselijke interactie te versterken.”

In consulten waar AI als ondersteuning wordt ingezet (bijvoorbeeld voor administratieve lastenverlichting), ontstaat er opvallend genoeg juist méér ruimte voor de menselijke maat. Doordat de arts of verpleegkundige minder hoeft te typen, is er meer aandacht voor non-verbale communicatie: hoe zit iemand er écht bij? De tip van Petra is: “Weet je niet waar je moet beginnen? Een beter digitaal milieu begint bij jezelf.”

Ga naar de presentatie van Petra


 

Marleen Oomes – Verpleegkundig Specialist Palliatieve Zorg, Expertisecentrum Palliatieve Zorg (LUMC) en Lijdi Hoogenboom- van Os – Verpleegkundig Consulent Team Ondersteunende en Palliatieve Zorg (GHZ) vertelden ons meer over waar het om gaat bij pro-actieve zorgplanning: ga het gesprek aan met de patiënt over wensen en manier van leven. Maak moeilijke onderwerpen bespreekbaar en haal de olifant uit de kamer. Marleen: “Het is belangrijk om te realiseren dat het niet alleen om het levenseinde gaat, maar ook over kwaliteit van leven. Het kan voor patiënten vaak een grote opluchting zijn om hierover te spreken, mits het gesprek op de goede manier wordt gevoerd. Het moet altijd gaan over wat de patiënt wil en aansluiten bij de wensen en behoeften van de patiënt.”


 

Nienke Kronemeijer – Coördinator Scarabee (LUMC) vertelde over wat Instellingen voor PsychoSociale Oncologie (IPSO) voor patiënten kunnen betekenen en hoe de samenwerking tussen de ziekenhuizen en IPSO-centra kan worden verbeterd. Er zijn inmiddels 28 centra in Nederland die kankerpatiënten een laagdrempelig ‘huiskamergevoel’ bieden. De uitnodiging staat dan ook open voor alle zorgverleners: loop eens binnen bij een IPSO-centrum om te zien hoe het eruitziet en om te bespreken hoe we de samenwerking in de regio verder kunnen verbeteren. Soms is het ook mogelijk dat vrijwilligers naar de afdeling komen voor een gesprek. Deze gesprekken blijken voor patiënten heel waardevol, omdat ze gaan over waar de patiënt over wil spreken: zijn ziekte, de behandeling, maar soms ook dagelijkse beslommeringen of de toekomst. Dit kan ook voor zorgverleners prettig zijn, omdat er tijd en aandacht kan worden gegeven die zorgverleners niet altijd kunnen geven.

Scarabee is zo’n lokaal IPSO-centrum en zit in het LUMC. Kankerpatiënten en naasten uit heel het land kunnen er binnenlopen, het is dus niet alleen voor patiënten uit de regio.  Op de website van IPSO staan alle locaties in heel Nederland: https://ipso.nl/ipso-centrum/

Ga naar de presentatie van Nienke


 

Laura Han-Hanson, Verpleegkundige in opleiding tot specialist (VIOS) colorectale chirurgie (HMC) en Carlien Buis, Verpleegkundig Specialist interne oncologie (HMC) lichtten toe hoe de behandeling van locally advanced rectumcarcinoom wordt vormgegeven in het HMC. Het ziekenhuis heeft hiervoor dit jaar de status van STZ-expertisecentrum gekregen. Begin november is er een specifiek rectumcarcinoom MDO van start gegaan. Dit sluit aan bij het doel om voor deze patiëntengroep de best mogelijke zorg in de regio te garanderen.

Ga naar de presentatie van Laura en Carlien


 

Kim Verhaegh – Lector Verpleegkundig Leiderschap (Hogeschool Leiden en Alrijne Zorggroep) sloot de ochtend af met een inspirerend verhaal over verpleegkundig leiderschap. De boodschap van Kim voor casemanagers was helder: “Durf meer eigen regie te pakken. Verpleegkunde is een kunst, maar leiderschap is dat ook.”

Kim vertelde over dat groei in zelfleiderschap begint bij bewustzijn, reflectie en regulatie. Daarbij is het belangrijk om als leider en als mens met mildheid en zelfcompassie met jezelf om te gaan. Het is daarnaast de verantwoordelijkheid van de organisatie en als zorgverleners om een omgeving te creëren waarin mensen zich welkom en thuis voelen, zodat we bevlogen professionals kunnen behouden voor de oncologische zorg. Meer lezen? Kim bracht op 15 november 2023 haar lectorale rede ‘De Kunst van verpleegkundig leiderschap’ uit.

Lees hier het boek van Kim: De kunst van verpleegkundig leiderschap

Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Reinier de Graaf ziekenhuis gaan vanaf januari 2026 officieel samenwerken in een nieuw Regionaal Expertise Centrum Upper-GI. De chirurgische zorg voor slokdarm kanker op beide locaties is momenteel al zeer goed.

Dit centrum richt zich op hoogcomplexe zorg voor patiënten met slokdarm- en maagkanker en bundelt kennis, ervaring en capaciteit om de kwaliteit van zorg verder te verbeteren.

De samenwerking volgt op jarenlange informele samenwerking tussen beide ziekenhuizen en is ingegeven door de recent vastgestelde volumenormen voor kankerzorg.

Door de concentratie van zorg in het LUMC zullen slokdarmkankeroperaties die nu in Reinier de Graaf plaatsvinden, voortaan in Leiden worden uitgevoerd. De voor- en natrajecten van de Reinier de Graaf patiënten blijven in Delft. Verder weg als het moet en dichtbij de patiënt als het kan!

Naast patiëntenzorg zetten LUMC en Reinier de Graaf gezamenlijk in op onderwijs en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van Upper GI-chirurgie.

Het doel is om door hogere volumes en gedeelde expertise de kwaliteit van de geboden zorg verder te vergroten.

De plannen zijn afgestemd met zorgverzekeraars, ziekenhuizen, patiëntenorganisaties en medisch specialisten in de regio en zijn vastgelegd binnen het oncologienetwerk OncoWest.

“Door deze bundeling van kennis en ervaring kunnen we patiënten de best mogelijke zorg bieden op de juiste plek,” aldus de betrokken partijen.

Ziekenhuizen, patiëntvertegenwoordigers en zorgverzekeraars in de regio West-Nederland hebben met elkaar definitieve afspraken gemaakt over de herverdeling van 18 complexe behandelingen bij kanker en vaatziekten.

 

Concentratie van complexe zorg heeft als doel de kwaliteit van de zorg te borgen en de toegang voor patiënten tot de zorg te garanderen door optimale inzet van schaars personeel en dure infrastructuur. Om de kwaliteit te verhogen en kennis en kunde te bundelen worden bepaalde behandelingen alleen nog uitgevoerd in ziekenhuizen die deze ingrepen vaak doen. Om dit doel te bereiken zijn er landelijke afspraken gemaakt over minimale aantallen ingrepen per ziekenhuis, de zogenoemde volumenormen. De verschuivingen van deze behandelingen vindt plaats per 1 januari 2026, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt; dan gaat dit uiterlijk 1 januari 2027 in. De ingangsdatum per ziekenhuis staat in het overzicht herverdeling van deze regio.

Patiënten kunnen voor reguliere zorg die vaak voorkomt en ook voor hun voor- en nazorg, nog steeds terecht in hun eigen ziekenhuis. De ingreep zal echter plaatsvinden in het ziekenhuis waar de zorg is geconcentreerd.

In de regio West-Nederland gaat het om de volgende ziekenhuizen: LUMC, Alrijne, Groene Hart Ziekenhuis, Haaglanden Medisch Centrum, HagaZiekenhuis en het Reinier de Graaf ziekenhuis.

Ten aanzien van de vaatchirurgie vinden er geen verschuivingen plaats. De belangrijkste verschuivingen ten aanzien van de oncologie in regio West zijn:

Maag/slokdarm chirurgie:

  • Chirurgische behandeling wordt geconcentreerd in het LUMC. Patiënten uit het Reinier de Graaf Ziekenhuis kunnen voortaan voor hun operatie terecht in het LUMC.

Lokale behandeling bij nierkanker:

  • Patiënten met nierkanker kunnen per 1 januari 2027 voor behandeling terecht in het LUMC, Haaglanden Medisch Centrum en HagaZiekenhuis.
  • Patiënten uit het Alrijne Ziekenhuis kunnen voortaan terecht in het Haaglanden Medisch Centrum voor de totale verwijdering van de nier (totale nefrectomie) en in het LUMC voor de gedeeltelijke verwijdering (partiële nefrectomie).
  • Patiënten uit het Reinier de Graaf Ziekenhuis zullen voor de totale nefrectomie worden verwezen naar het HagaZiekenhuis. Voor de partiële nefrectomie kunnen patiënten vanaf 1 januari 2027 terecht in het LUMC en het Haaglanden Medisch Centrum.

Afspraken over spreiding

Er zijn ook afspraken gemaakt over het spreiden van zorg. Zo worden vanaf januari 2026 alle prostaatkankerpatiënten in de regio voor hun operatie verwezen naar het Reinier Haga Prostaatkankercentrum in Delft. Daarnaast verwijst Haaglanden Medisch Centrum patiënten voor een percutane niersteenverwijdering naar Alrijne.

Medisch professionals staan patiënt samen terzijde

Medisch specialisten en verpleegkundig specialisten in het Leids Universitair Medisch Centrum werken vanuit ieders expertise nauw samen om patiënten met slokdarm- en maagtumoren optimaal te begeleiden, zo vertellen internist-oncoloog dr. Marije Slingerland en verpleegkundig specialist Susan Quix. Cruciaal is om de patiënt eenduidige informatie te geven.

 

Marije en Susan maken beiden deel uit van de regionale samenwerking binnen OncoWest.

 

Lees hier het artikel over informatieoverdracht bij oncologische patiënten in het magazine Oncologie Vandaag (feb 2025)

Het LUMC heeft de afgelopen jaren grote stappen gezet in de digitale pathologie. Deze ontwikkeling helpt pathologen betere diagnoses te stellen en biedt hen kansen om digitale beelden onderling uit te wisselen. Waar staan we nu? En wat betekent dit voor de regio? Vincent Smit, afdelingshoofd Pathologie, praat ons bij.

Eeuwenlang was de microscoop het belangrijkste instrument van de patholoog. Smit heeft er nog wel een op zijn kamer staan, maar het staat inmiddels meer stof te vangen dan dat hij het gebruikt. Twee of drie pc-schermen is alles wat de patholoog in 2025 nodig heeft om microscopisch de weefsels te bekijken en te beoordelen.De digitale beelden zijn net zo goed en soms beter dan de microscopische beelden: er kan moeiteloos tot ruim 700 keer worden ingezoomd. Smit: “De logistieke voordelen zorgen voor een efficiëntere werkwijze waarbij op ieder moment op iedere plek een casus te boordelen is. Hierdoor zal niet alleen de kwaliteit van de diagnostiek toenemen maar waarschijnlijk ook de productiviteit.”

Derde revolutie

De digitalisering heeft ook de deur opengezet voor de inzet en gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). De meeste AI-algoritmen staan nu nog in de kinderschoenen, maar zullen over 3 tot 5 jaar gemeengoed worden binnen de pathologie. “Daarmee staan we aan de vooravond van de derde revolutie in ons vakgebied, na de ‘bruine’ revolutie (introductie van antilichamen in de jaren tachtig om specifieke eiwitten zichtbaar te maken met een bruine kleur) en de moleculaire revolutie vanaf 2010, waarbij DNA- en RNA-afwijkingen relatief eenvoudig kunnen worden aangetoond en de kwaliteit van onze diagnostiek enorm is verbeterd.”

Onderlinge, regionale uitwisseling binnen OncoWest

De digitalisering van de microscopie maakt het ook mogelijk om deze gedigitaliseerde beelden onderling en regionaal met elkaar uit te wisselen. In 2021 zijn hiervoor de eerste stappen gezet binnen het project ‘regionale digitale pathologie’ van OncoWest, een regionaal netwerk op het gebied van kankerzorg waar het Alrijne, Groene Hart, Haga, HMC, LUMC en Reinier de Graaf in deelnemen. Binnen dit netwerk worden patiënten soms op meerdere locaties gezien en behandeld.

“Een groot deel van deze uitwisseling bestaat uit het herbeoordelen van eerder uitgevoerde diagnostiek. Daarnaast vindt er ook veel verkeer plaats van weefselpreparaten (blokjes en glaasjes) voor consultatie uit de regio en voor complexe moleculair-diagnostische analyses. Het LUMC wisselt jaarlijks meer dan vijfduizend weefsels uit met de andere instellingen. Dat vervoer gaat allemaal per taxi. Met de invoering van een regionaal digitaal netwerk kan een aanzienlijk deel van deze uitwisselingen digitaal plaatsvinden. Dit zou niet alleen zorgen voor een aanzienlijke tijdsbesparing, maar ook leiden tot meer logistieke en administratieve efficiëntie.”

Coupescanners

Om ‘digitaal te gaan’ schafte het LUMC vijf coupescanners aan. Deze machines maken van elke weefselcoupe (een dun, gekleurd plakje weefsel op een glaasje) een digitale afbeelding. “Vooralsnog is ons ziekenhuis het enige centrum binnen OncoWest die deze apparaten heeft, al zijn de andere ziekenhuizen ver in hun proces tot aanschaf van deze coupescanners. Nadat andere ziekenhuizen de scanners ook hebben aangeschaft, kunnen we een regionaal platform ontwikkelen waarop we casussen eenvoudig kunnen uitwisselen. Dit zou de deelspecialisatie binnen de pathologie aanzienlijk kunnen versterken.”

Streven naar landelijke IT-infrastructuur

En hoe gaat de digitalisering van de pathologie in andere delen van het land? Volgens het afdelingshoofd zijn meerdere ziekenhuizen al ‘over’, zoals het UMCG en UMCU. “Maar ook landelijk zie je dat er nog maar weinig met elkaar wordt gedeeld, waardoor het voorlopig nog moeilijk is om regionale samenwerking en schaalvergroting te realiseren. De Nederlandse Vereniging Voor Pathologie (NVVP) streeft in hun nieuwe strategische beleidsplan 2025-2030 naar een landelijke, goed functionerende IT-infrastructuur waarin data en beelden efficiënt kunnen worden uitgewisseld. In samenwerking met de landelijke databank PALGA is het doel om dit binnen een termijn van drie tot vijf jaar te realiseren”, zegt Smit optimistisch, mede vanuit zijn rol als NVVP-bestuurslid.

[Bron: LUMC]

Door Esmée van der Poort, Robin Pieterman en Johan Koekkoek

 

Patiënten met een kwaadaardige hersentumor (glioom) zijn vanaf diagnose ongeneeslijk ziek en hebben naast kanker ook een progressieve hersenziekte. Daarom is het essentieel dat passende palliatieve zorg tijdig wordt geïntegreerd in het behandeltraject. De huidige bekostiging staat de vroege inzet van palliatieve zorg en goede samenwerking tussen zorgaanbieders in de weg. Binnen het project ‘Alternatieve bekostiging van vroege palliatieve zorg bij patiënten met een kwaadaardige hersentumor’ ontwikkelen we een alternatief bekostigingsmodel voor tijdige en geïntegreerde palliatieve zorg.

De noodzaak voor verandering
Bekostiging betreft de wijze waarop zorgaanbieders door financiers, zoals zorgverzekeraars, worden betaald. Binnen de huidige bekostiging worden zorgaanbieders meestal per verrichting betaald. Deze vorm van bekostiging remt samenwerking tussen het ziekenhuis, de huisarts en de wijkverpleging en kan bovendien leiden tot een productieprikkel voor ziektegericht behandelen in de laatste levensfase. Daarentegen wordt het leveren van palliatieve zorg, zoals proactieve zorgplanning, onvoldoende gestimuleerd.

Alternatieve vormen van bekostiging kunnen het leveren van passende palliatieve zorg bevorderen en de productieprikkel remmen. Bijvoorbeeld via bundelbekostiging, waarbij meerdere zorgaanbieders samen betaald worden voor één totaalpakket aan zorg. Hierdoor wordt samenwerking gestimuleerd en ontstaat er meer ruimte voor het inrichten van zorg die aansluit bij de wensen en behoeften van patiënt en naasten.

De ontwikkeling van een zorgpad en alternatief bekostigingsmodel
Om tijdige en geïntegreerde palliatieve zorg te realiseren werken we samen met zorgprofessionals uit de wijkverpleging (vertegenwoordigd door ActiVite), huisartspraktijk (Rijn en Duin) en ziekenhuizen (Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Haaglanden Medisch Centrum (HMC)), patiëntvertegenwoordigers (Hersenletsel.nl), zorgverzekeraar (Zorg en Zekerheid), regionale netwerken palliatieve zorg (Transmuralis en Vereniging Transmurale Zorg), en experts op het gebied van (alternatieve) bekostiging (BUNDLE en LUMC Zorgverkoop).

We komen maandelijks met deze partijen bijeen en werken in twee stappen toe naar passende palliatieve zorg. Als eerste stap hebben we de afgelopen maanden een blauwdruk ontwikkeld voor een transmuraal palliatief zorgpad met daarin verschillende samenwerkingsafspraken tussen de eerste en tweede lijn. Zo sluit de zorg in het ziekenhuis beter aan bij de zorg in de thuisomgeving. Als tweede stap ontwikkelen we een alternatief bekostigingsmodel om deze vorm van zorg ook financieel te borgen. Samen met onze partners verkennen we welk bekostigingsmodel het beste past bij geïntegreerde palliatieve zorg en ook de mogelijkheden binnen huidige initiatieven zoals TAPA$.

Blauwdruk voor de toekomst
Iedere patiënt verdient passende zorg, afgestemd op persoonlijke wensen, zonder dat bekostiging daarbij een belemmering vormt. Daarom ontwerpen we de blauwdruk voor het zorgpad en bekostigingsmodel zo dat deze ook schaalbaar is naar andere regio’s en andere oncologische aandoeningen. De komende tijd benaderen we relevante partijen in de regio Haaglanden voor uitbreiding van het project. Via onze LinkedIn-pagina blijf je op de hoogte van de voortgang en kun je laagdrempelig contact opnemen.

 

De partners in dit project:

Ga hier naar meer informatie over de behandeling van glioom in de regio
Het LUMC, HagaZiekenhuis en het Reinier de Graaf ziekenhuis gaan nauw samenwerken op het gebied van radiotherapie. Het doel is te komen tot één afdeling Radiotherapie met één afdelingsleiding. De raden van bestuur van de drie ziekenhuizen hebben op 19 maart 2025 de samenwerkingsovereenkomst Radiotherapie getekend.

 

Complexer en gespecialiseerder

De afdeling Radiotherapie zorgt voor de behandeling en begeleiding van patiënten met kanker. Deze vorm van zorg wordt steeds complexer en gespecialiseerder. Het is daarom belangrijk dat er wordt samengewerkt om de benodigde expertise in de regio te houden. Hierdoor kunnen de ziekenhuizen de ontwikkelingen bijbenen en kwalitatief goede zorg in de regio blijven leveren. De stap die nu wordt gezet om te komen tot één afdeling per januari 2026, maakt dit mogelijk.

 

Zorg dicht bij huis

Door de samenwerking wordt alle radiotherapeutische zorg voor patiënten in de regio Den Haag, Delft en Leiden en de nieuwste ontwikkelingen beschikbaar gehouden. Hierdoor wordt het mogelijk alle locaties open te houden met een nog betere kwaliteit van zorg.

Er liggen samenwerkingskansen op het gebied van innovatieve behandelingen, wetenschappelijk onderzoek, het aantrekken van goed en gekwalificeerd personeel, ICT- en kwaliteitsbeleid, en investeringen. Daarnaast komt het ten goede aan de betaalbaarheid van radiotherapeutische zorg in de regio.

“Ons vak staat aan de vooravond van een nieuwe revolutie”

 

De ontwikkeling van digitale pathologie is een belangrijke innovatie in het vakgebied. Met het uitwisselen van digitale beelden van onderzoeksmateriaal kunnen pathologen makkelijker gebruikmaken van elkaars kennis en specialisme. In 2021 zijn de eerste stappen gezet voor regionale digitale pathologie in een project van OncoWest. Wat houdt dit precies in en waar staan we?

Om te begrijpen wat het belang is van deze digitalisering kijken we eerst naar pathologie zelf. Pathologie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met het stellen van de (weefsel)diagnose. Het onderzoek binnen de pathologie richt zich op het beter begrijpen hoe een ziekte ontstaat en op het vinden van prognostische of predictieve biomarkers. Deze markers geven informatie over het beloop van de ziekte (prognose) of de kans op therapie-effect (predictie). Met behulp van de microscoop, cel- en/of weefselmateriaal van een patiënt kan de patholoog al dan niet in samenspraak met medisch specialisten een diagnose stellen. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar kankercellen. Wanneer de diagnose en juiste type kanker is vastgesteld, kan de daarbij horende behandelprocedure worden toegepast.

Hoe gaat pathologisch onderzoek in zijn werk?

Het onderzoek van een patholoog bestaat kort gezegd uit drie stappen: macroscopie, microscopie en een verslag/conclusie. De behandelend specialist neemt een stukje huid of ander weefsel of cellen weg voor onderzoek. Dit kunnen kleine stukjes zijn (biopten) of grote operatiepreparaten (resecties). De patholoog beoordeelt dit nog niet bewerkte stukje weefselmateriaal en neemt de juiste stukjes afwijkend weefsel daaruit. Dit noemen we macroscopie. Deze stukjes worden gefixeerd in de vloeistof formaline. Daarna wordt het in paraffine, ofwel kaarsvet, gelegd dat de vorm van een blokje krijgt. Van het blokje wordt een heel dun plakje gesneden en op een glaasje gelegd en gekleurd. De beoordeling van het weefselplakje (coupe) onder de microscoop en met digitale pathologie via een pc-scherm noemen we de microscopie.

Snellere uitwisseling met digitale pathologie

De ziekenhuizen Groene Hart, Alrijne, Reinier de Graaf, Haga Den Haag en Zoetermeer, HMC en LUMC werken op het gebied van kankerzorg samen in OncoWest. De afdelingen van deze ziekenhuizen delen onderling kennis en materiaal uit voor bijvoorbeeld nader onderzoek of herbeoordelingen. Hoogleraar prof. dr. Vincent Smit van het LUMC licht dit toe: “Subspecialisatie binnen de pathologie is in opkomst. De artsen willen steeds meer gedetailleerdere informatie en stellen daarmee steeds hogere eisen aan de expertise van de patholoog. Denk bijvoorbeeld aan de nefroloog die een patholoog nodig heeft met verstand van nierziektes. Of een hersen-/neurochirurg die met een neuropatholoog wil overleggen. Binnen de pathologie zijn er ongeveer 15 tot 20 van dergelijke subspecialisaties. Het materiaal wordt vaak vanuit de regio richting LUMC verstuurd voor revisies (herbeoordelingen) bij overplaatsing van patiënten met complexe aandoeningen of consulten inclusief moleculaire diagnostiek. Om dat te kunnen doen worden de coupes en blokjes aangeleverd. Dat gebeurt nu fysiek via bodes. Per jaar ongeveer 5.000 keer. Met digitalisering spelen afstand en tijd geen rol meer. Digitalisering betekent dat je locatie-onafhankelijk kunt beoordelen. Nu kunnen we alleen verslagen delen. Met de beelden van andere pathologen kun je ook je eigen visuele (her)beoordeling doen. Dit is een belangrijke stap voorwaarts. Het komt de kwaliteit van de diagnostiek binnen de hele regio ten goede.”

Lex Bras, projectleider bij Alrijne, vult dit aan: “Digitalisering zal niet alleen de uitwisseling van beelden vergemakkelijken. Het maakt ook mogelijk dat pathologen real-time met elkaar kunnen overleggen en samenwerken, ongeacht hun locatie. Dit is vooral cruciaal bij complexe casussen die specifieke expertise vereisen.”

De eerste stappen zijn gezet

Een OncoWest-project werkt aan de uitrol van een gemeenschappelijk platform. Dit platform moet de uitwisseling van pathologiebeelden, relevante bijbehorende informatie en samenwerking mogelijk maken. LUMC en Alrijne hebben hierin de trekkersrol. Daarbij is er nadrukkelijk de optie voor de andere ziekenhuizen om hierop te kunnen aansluiten. Lex Bras van Alrijne en Edith Hogenbirk, laboratoriummanager van het LUMC, zijn de projectleiders.  Bras benadrukt het belang van een bredere regionale aanpak: “In plaats van het project op één ziekenhuis te richten, is het belangrijk om te beseffen dat dit een regionale samenwerking betreft. Door het regionaal aan te pakken, kunnen we de kwaliteit en snelheid van de diagnostiek in de hele regio verbeteren.”

Zogeheten coupescanners kunnen de weefselcoupes op de glaasjes digitaliseren. Het LUMC heeft inmiddels vijf coupescanners kunnen aankopen. Edith Hogenbirk: “Het is top dat ook bestuurlijk deze digitalisering wordt omarmd. We zijn het divisiebestuur en Raad van Bestuur van het LUMC dan ook zeer erkentelijk dat deze scanners er zijn gekomen. De beelden worden gekoppeld aan ons huidige laboratoriuminformatiemanagement systeem (LIS) en per september van dit jaar zijn we live met deze lokale digitalisering. Onze complete productie wordt nu gedigitaliseerd en beoordeeld door de arts-assistenten en de pathologen.”
Als Alrijne ook de scanners heeft aangeschaft, kunnen de ziekenhuizen de beelden in een image management systeem (IMS) delen. De volgende stap in het project is daarom de aanschaf van dit IMS. In verschillende sessies worden de definitieve architectuur en ontwerpeisen voor de regionaal te hosten software bepaald. De planning is om begin 2025 live te gaan met het IMS.

Derde  revolutie in de pathologie

Vincent Smit kijkt uit naar de komst van het image management systeem: “Wij kunnen straks met dezelfde hoeveelheid pathologen meer werk doen met een hogere kwaliteit. De diagnostiek wordt beter en we kunnen het samenwerken beter vormgeven. Met OncoWest willen we deze regionale oplossing realiseren.”

De toekomst is na een regionale uiteindelijk een landelijke oplossing, denkt Smit. “Het zou heel goed zijn voor pathologie Nederland als we met elkaar de schouders hieronder zetten en kijken in hoeverre we de digitalisering kunnen koppelen aan ons landelijke PALGA-systeem. We staan tenslotte aan de vooravond van een nieuwe revolutie. Na de digitalisering kan ook de introductie van talrijke AI-algoritmen binnen de diagnostiek worden geïmplementeerd. Dit maakt de diagnostiek nog beter. Het is fantastisch om als patholoog na de ‘bruine’ (met immunohistochemie) en de moleculaire revolutie deze nieuwe revolutie binnen ons vakgebied te mogen meemaken,” aldus Smit.

 

Lees hier meer over dit project.

Als je wordt geopereerd aan slokdarmkanker gaan er veel vragen door je heen.

Wat kan ik met een buismaag verwachten? Wat betekent dit voor mijn dagelijks leven? Hoe gaat dat straks met eten en drinken?

Het medische team van het LUMC uit Leiden en Reinier de Graaf Gasthuis uit Delft werken nauw samen binnen OncoWest, het oncologienetwerk van de regio. Ze zijn zeer betrokken bij de levens veranderende situatie van hun patiënten die geopereerd zijn aan slokdarmkanker en die moeten leven met een buismaag. Ze werken samen met buddy’s die getraind zijn door Patiëntenvereniging SPKS. Buddy’s zijn mensen die hetzelfde traject hebben doorlopen.

Jaarlijks vindt een evaluatie plaats en afgelopen april was de eerste ontmoeting. Aan de koffie werden ervaringen van zowel buddy’s als patiënten die een buddy hebben gehad uitgewisseld en geëvalueerd.

Door verschillende patiënten werd het positieve effect van buddycontact bevestigd. Persoonlijke ervaringen werden uitgewisseld, over herstel na een slokdarmoperatie, hoe het is om weer het werk te hervatten en hoe het is om de partner te zijn van en ook het hele traject mee te maken. Daarnaast werden de buddy’s geïnformeerd over de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot slokdarmkanker.

“Op de koffie gegaan om kennis te maken met mijn buddy. Tot mijn verbazing kon hij een kop koffie drinken met niet 1 maar 2 stroopwafels. Dit gaf mij moed voor de toekomst.”

 

Buddy’s van Patiëntenorganisatie SPKS

De buddy’s van Patiëntenorganisatie SPKS Leven met maag- of slokdarmkanker zijn er speciaal op getraind om lotgenoten te ondersteunen. Zij hebben de behandeling van slokdarmkanker al enkele jaren achter de rug weten hoe het is om te leven met een buismaag. De buddy richt zich op vragen van lotgenoot en partner of naasten en kan zijn of haar persoonlijke ervaringen delen. De buddy geeft geen medische- of voedingsadviezen, maar kan uit eigen ervaringen ondersteuning bieden. Ze zijn goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen over slokdarmkankerbehandelingen en worden regelmatig geïnformeerd door het medisch team van het LUMC en Reinier de Graaf.

 

“Ik krijg het eerlijke verhaal over het zware hersteltraject, maar met uiteindelijk een leven met kwaliteit.”

Kijk voor meer informatie, ondersteuning of contact met lotgenoten op www.spks.nl

Foto (van links naar rechts):

Remco Huiszoon (patientenvereniging SPKS)

Rien Meijer (patient LUMC en buddy)

Erlinde de Graaf (verpleegkundig specialist Reinier de Graaf Gasthuis)

Susan Quix (verpleegkundig specialist LUMC)

Bert Verboom (patient LUMC en gebruik gemaakt van een buddy) en echtgenote

Martin Meendering (patient LUMC en gebruik gemaakt van een buddy)

Nico Schoneveld (patient en buddy LUMC)

Op 16 april ontvingen we een deel van ons netwerk voor de jaarlijkse werkconferentie in Madurodam. Ook dit jaar was Cor de Kroon, gynaecoloog oncoloog en vicevoorzitter van het OncoWest expertteam Gyn, de moderator tijdens de bijeenkomst. Peter Jue, lid Raad van Bestuur Alrijne, stelde zich voor als de nieuwe voorzitter van OncoWest. Hij neemt het na 5 jaar over van Carina Hilders, bestuursvoorzitter Reinier de Graaf.

Op het programma stond netwerkzorg centraal in relatie tot het Integraal Zorgakkoord (IZA). Verschillende sprekers gaven hier invulling aan in hun presentatie. Hierbij een korte terugblik op de sprekers met een link naar hun presentaties. 

Sprekers in het kort

Peter Paul van Benthem, voormalig voorzitter Federatie Medisch Specialisten ging in op het IZA  vanuit het perspectief van de medisch specialist. De zorg staat voor grote uitdagingen: toenemende schaarste en keuzes. De samenleving moet hierop worden voorbereid. Passende zorg is de basis voor de toekomst: waardevol, op de juiste plek, gericht op gezondheid. Daarvoor is regionale samenwerking essentieel en zullen de plannen samen met alle betrokkenen moeten worden gemaakt. Dus ook met de medisch specialisten.

Peter Paul: ‘Mooi om te zien dat in de plannen van OncoWest het Integraal Zorgakkoord zo serieus wordt genomen.’

Ga hier naar de presentatie

 


Irene Dingemans, programmaleider Kwaliteit van Zorg NFK vertelde over hoe je netwerkzorg transparanter maakt voor patiënten via het Transparantieregister. Er liggen volgens Irene een aantal uitdagingen waaronder: dat er transparantie van het hele multidisciplinaire zorgpad nodig is en hoe kwaliteit van zorg toegeschreven kan worden aan een ziekenhuis als het functioneert in een netwerk. Voor deze keuze-informatie moeten data vertaald worden naar inzicht in expertise. Belangrijk daarbij is dat deze op een manier inzichtelijk wordt dat dit voor alle patiënten begrijpelijk is.

Ga hier naar de presentatie

 


ZINPeter Siebers, Lid Raad van Bestuur Zorginstituut Nederland (ZIN) ging in op het maatschappelijk perspectief en deed een oproep aan de ziekenhuizen om opgavegericht aan de slag te gaan. Het Zorginstituut draagt hieraan bij met signaleren, agenderen, regisseren en monitoren. Ook introduceerde hij het nieuwe signalement “kiezen voor waarde – hoe werkt het tegen een redelijke prijs”. Waarbij ZIN zich richt op een verbeterde pakkettoelating, maar ook (her)beoordeling na pakketopname van dure geneesmiddelen en stimuleren van de maatschappelijke kaders per sector. Van wat kan, naar wat is gewenst?

Ga hier naar de presentatie

 


Marcel Verheij, voorzitter SONCOS belichtte de rol van de regio vanuit SONCOS perspectief. Samenvattend: Kwaliteitsverbetering van de oncologische zorg in Nederland bestaat uit meer dan het ophogen van volumenormen. Echter, wanneer beschikbaarheid van expertise, (dure) infrastructuur en/of personeel beperkend zijn, zullen complexe oncologische interventies niet in alle bestaande instellingen kunnen worden aangeboden, staat de kwaliteit van zorg onder druk, en biedt concentratie een reële oplossingsrichting. Het IZA versnelt de gewenste kwaliteitsslag door te sturen op volumegroei van oncologische interventies, en op versterking van regionale samenwerking. De professionals hebben een grote verantwoordelijkheid om de regie in dit proces te behouden. Dit vraagt betrokkenheid, inzet en overtuigingskracht van de wetenschappelijke verenigingen, maar ook bereidheid van de individuele professional om open te staan voor – soms ingrijpende – veranderingen. Regio’s zijn nu aan zet om concreet invulling te geven aan concentratie en spreiding, waarbij in een shared-care model alle instellingen een rol moeten spelen.

Marcel: “De regio is nu aan zet: alle instellingen moeten en kunnen hun steentje bijdragen aan het behoud van de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van onze oncologische zorg”.

Ga hier naar de presentatie

 


Kwartiermakers Peter Go en Rob Tollenaar maken zich hard voor oncologische netwerkzorg in Nederland en deden een urgente oproep aan de besturen om er samen tegenaan te gaan om tot afspraken te komen. Peter en Rob spraken zich uit over de positieve sfeer en energie in het OncoWest netwerk met de woorden van Winston Churchill: ‘I feel tremendous forces in this room.’

 


Joep de Groot, voorzitter Raad van Bestuur CZ  begon zijn presentatie met de woorden van Elvis Presley: ‘Little less conversation, little more action please’. Zijn boodschap aan de ziekenhuizen is om haast te maken. We weten allemaal dat de zorgvraag stijgt, en er te weinig zorgmedewerkers zijn. Dit is een groot probleem en vraagt om actie. We moeten de discussie over concentratie van zorg op gang brengen.

Ga hier naar de presentatie

 


Afsluiting met de paneldiscussie

Na de laatste presentatie ging het panel bestaande uit de sprekers, Carina Hilders (RdGG) en Douwe Biesma (LUMC) dieper in op de concentratie en spreiding van de oncologische zorg in de regio. Want hoe kunnen we dit voor de regio nu echt gaan organiseren? En een belangrijke vraag is daarbij: hoe houden we de oncologische zorg in de regio toegankelijk voor iedereen met hoogwaardige kwaliteit en op een efficiënte manier? Alle schotten weg en de 6 OncoWest ziekenhuizen smeden tot één holding zodat uitwisseling van oncologische zorg en zorgmedewerkers makkelijker wordt? Of overgaan tot centralisatie en verdeling van oncologische zorg over alle OncoWest ziekenhuizen? Een boeiende discussie volgde. OncoWest kijkt er naar uit om hier een vervolg aan te geven.